Blijf de paradysfugel volgen, ga naar www.paradysfugel.wordpress.com!

Lieve mensen, dit keer geen lang verhaal maar een aankondiging. Na meer dan drie jaar incidenteel deze pagina van reismee te hebben gebruikt om iedereen op de hoogte te houden van mijn avonturen in Chili, is het tijd voor actualisatie.

De reisblog is voor de informatie die ik tegenwoordig met jullie wil delen niet het meest geschikt, vandaar dat ik een andere blog heb aangemaakt: www.paradysfugel.wordpress.com. Hier kan ik meer informatie op kwijt en ook qua ontwerp heb ik meer mogelijkheden.

Vandaar dat ik jullie allemaal wil vragen om in plaats van deze reismee.nl pagina, vanaf heden de Wordpress te volgen. Meld je aan opwww.paradysfugel.wordpress.comen blijf op de hoogte waar de paradysfugel zich bevindt en welke avonturen ze allemaal beleeft!!

Met gevleugelde groet,

De Paradysfugel

Een nieuw avontuur: Zand- en puinwegen van Bucalemu richting het meer van Vichuquén.

Het verblijf in Bucalemu had meer tijd in beslag genomen dan van tevoren was verwacht. De paradysfugel had eigenlijk na twee dagen willen vertrekken maar na een discussie werd toch besloten het verblijf met nog eens twee dagen te verlengen: één dag in Bucalemu en één dag naar Lo Valdivia om het feest van het zout bij te kunnen wonen. Met deze optie kon de vogel leven en zo had ze mooi een middag extra de tijd om het strand met het fijne, zwarte zand te verkennen. Het was na Pichilemu, waar ze de oceaanoever niet eens had betreden vanwege de hoeveelheid vakantiegangers, pas de tweede kustplaats die ze aandeden tijdens de reis.

Het gaf haar een goed gevoel om de grote oceaan weer eens van dichtbij te kunnen begroeten en haar voeten waren zeer verheugd opdat ze eindelijk opnieuw de kans hadden om door het zoute water te kunnen waden. Het water was aan de koude kant en ze besloot na een tijdje een plekje op te zoeken om wat te kunnen zonnebaden.

Met de stalling van de paarden in het zicht aan de duinrand, de mensen op het strand met het dorp op de achtergrond, had ze genoeg verschillende panorama's om zich heen om de middag observerend door te brengen. Ze had een boek en een schrift meegebracht om eventueel wat te lezen of te schrijven. Echter stond haar hoofd er niet naar. Gewoon eens een middag niets doen. Niets doen was niet de juiste benaming. Andere dingen doen waar vaak geen tijd voor is in de drukke agenda's van menig een. Kijken, luisteren naar de zee en lekker in het zonnetje luieren, daar had ze zin in! Het hoofd moest leeg gemaakt worden want ze voelde zich ondanks het onderweg zijn min of meer gestrest. Want, ondanks dat het lijkt voor buitenstaanders dat een maand op reis één en al vakantiegevoel is, blijkt de waarheid anders. Het opzetten maar vooral afbreken van de kampementen is een bezigheid die bijna twee uur in beslag neemt. Daarnaast is het uitstippelen van de route een klus die z'n tijd eist en bovendien moet er naast het schrijven en selecteren van het fotomateriaal nog gewerkt worden voor het marionettencircus in de vorm van het actualiseren van de internetpagina of het bijwonen van de shows om beeldmateriaal te verkrijgen. Bovendien neemt het zoeken naar onderdak tevens tijd in beslag, nog maar te zwijgen van de handwasjes en het bereiden van de maaltijden.

En fin, deze paradysfugel klaagt niet, integendeel. Ze weet hoeveel ze hecht aan haar levensstijl en de hoeveelheid ervaringen die de reizen haar schenken. Het was gewoon tijd voor een echte rustdag. Ze bekeek de mensen op het strand, de paarden in de schaduw onder het afdak en ze liet haar gedachten de vrije loop. Na een paar uur dommelen en zonnen had ze weer zin om terug te gaan naar het kampement, naar de camping 'Donde Tolano' (bij Tolano).

Don Tolano oftewel: de Heer Tolano, zo werd de eigenaar, meneer Goméz in het verleden ook wel genoemd. Zo stond hij bekend in het dorp en omstreken. Tot aan 27 februari 2010 was hij eigenaar van een restaurant en danssalon op hetzelfde terrein waar de twee reizigers nu hun tent hadden staan. Om half drie 's nachts, na een dik half uur, was echter alles anders. Een zeer zware aardbeving (8.8 op de schaal van richter) met het episch centrum ten zuiden van Constitución (ongeveer honderd kilometer ten zuiden van Bucalemu) veroorzaakte een tsunami, die honderden kilometers kust in een ravage veranderde, waaronder het terrein van deze oudere man. De danssalon en restaurant konden geen stand houden tegen deze vloedgolf, tegen dit enorme natuurgeweld. Alles was in een oogwenk verwoest en verloren. Jaren van hard werken en investering was plotsklaps verdwenen. Maar daar kon de man zo te zien wel mee leven, het waren vooral al die herinneringen aan de feesten waarvan hij de gastheer was geweest die hem zo nu en dan een triest gevoel gaven. Het was een leven wat nu achter hem lag. Nu resteerde alleen nog een kleine camping met tien a twaalf plekken in plaats van baas te zijn van het restaurant en de in de buurt alom bekende salon.

Ondanks een kleine vergoeding ter hoogte van ongeveer 6200 euro van de regering, besloot de heer Gomez, die de zeventig is gepasseerd, om niet weer opnieuw zo iets groots op te bouwen aangezien er geen opvolger zich aan had gediend. Dan maar de camping zal hij hebben gedacht en elke dag kwam hij even buurten voor wat aanspraak want dat had hij zo te zien nodig. Een amabele en vriendelijke man met tevens gevoel voor humor. Op de voorlaatste dag werden ze door hem uitgenodigd bij hem thuis voor thee en een broodje. Het werd door de leeuw en de vogel in dank afgenomen en het is die gastvrijheid die de paradysfugel zoveel gevoel van geluk geeft in dit lange, smalle land.

Zaterdag 27 februari, precies zes jaar na de grote ramp, zou de laatste dag zijn op de camping. De volgende dag stond de reis naar het meer van Vichuquén (spreek uit: bie-tsjoe-kén) op het programma. Een veelbesproken rit en de route was in de afgelopen vier á vijf dagen wel tien keer veranderd. Wel of niet over de niet-geasfalteerde routes, dat was de vraag waar het steeds om draaide. Echter betekende de asfaltroute minstens een dag extra fietsen: er zou een lus gemaakt moeten worden het binnenland in om daarna weer bij de kust uit te komen. Doordat de leeuw en de vogel uiteindelijk langer in Bucalemu bleven, hadden ze de tijd gehad om rond te vragen hoe de onverharde wegen erbij lagen en vooral: of ze veel steile stukken bevatten. Meerdere routes vielen af en uiteindelijk bleef er min of meer één mogelijkheid over om het gebied te doorkruisen. Er werd besloten om het risico te nemen, mede omdat het gebied bekend staat om haar prachtige landschappen.

De dag voor vertrek werd een deel van de route beproefd omdat de twee waren uitgenodigd om het Feest van het Zout bij te wonen in Lo Valdivia, om daar met de marionetten een optreden te verzorgen.

De route vanuit Bucalemu naar Lo Valdivia is geasfalteerd en binnen driekwartier waren ze in het dorpje aangekomen wat ongeveer een traject van 9 kilometer is. Lo Valdivia is gelegen in een vallei waar op een natuurlijke manier zeezout gewonnen. Met uitzondering van de wintermaanden genereert het zout het gehele jaar door werk. Het aanzicht was schitterend. De rechthoekige baden met verschillende dieptes en kleuren wat veroorzaakt wordt door dit kristal, is een prachtig aanzicht en het stak de paradysfugel voor het eerst echt in het hart dat ze geen camera meer ter beschikking had want o wat waren dit mooie paranoramaplaatjes geweest.

Het optreden werd in dank afgenomen en na het laatste ronde over de braderie werd met een verrukt gevoel huiswaarts gekeerd om voor de volgende dag uitgerust aan het nieuwe avontuur te kunnen beginnen: over zand- en puinwegen naar het meer van Vichuquén. In Mapudungun betekent de naam 'zeeslang' omdat het meer de vorm van een kronkelende slang heeft. Een rit van tegen de veertig kilometer, waarvan alleen de eerste twaalf verhard zouden zijn.

De eerste negen kilometers waren bekend terrein en het ging vooralsnog voorspoedig. Ze volgden de weg verder, Lo Valdivia langzaam achter zich latend. Zo nu en dan kwam er een pick-up langs die naar hen toeterde. Dat waren vast mensen uit Bucalemu of Lo Valdivia die 'de artiesten' hadden zien optreden. Want zo worden de vogel en de leeuw bijna overal getypeerd: 'los artistas'. Ze vallen op want niet iedereen reist per fiets het land door en in de kleine dorpen heerst ook hier in Chili een groot 'ons kent ons gehalte', dus iedereen weet al gauw wie bedoeld worden met 'los artistas'.

Al snel kwamen ze aan bij de brug waar het asfalt zou ophouden. Ze sloegen linksaf en de eerste zes kilometer was vlak en de weg was lag er in een goede conditie bij. Daarna werd het heuvelachtiger en de paradysfugel moest een keer van de fiets om haar voertuigcombinatie naar boven te duwen. De heuvel was niet eens zozeer te steil maar de dunne bandjes verloren grip wanneer ze kracht zette en slipten door waardoor ze uiteindelijk stil viel. Dan maar lopen, dat ging namelijk net zo snel. Boven aangekomen zag ze dat de afdaling veel te steil naar beneden ging. Dat durfde ze niet aan, het zou een kamikaze-actie betekenen en ze wilde niet dat het fiets-avontuur hier zou eindigen. Dan maar de kar loskoppelen en die eerst naar beneden brengen om daarna de fiets op te halen. Zo gezegd zo gedaan en de weg kon weer vervolgd worden. Ze moest lachen om de situatie maar het maakte haar niets uit, ze wist van te voren dat dit soort obstakels deel zouden zijn van de reis.

De etappe werd vervolgd en het was een route door de wildernis waar ze hooguit vijf huizen op een traject van vijftien kilometer waren gepasseerd. De kruising was in het zicht gekomen en dat betekende dat ze dik over de helft waren en tot nu toe viel het haar aardig mee. Ze had zich lastigere situaties voorgesteld en de fietsen en de karretjes hielden zich tot nu toe uitstekend. Na anderhalve kilometer sloegen de twee linksaf om deze route acht kilometer lang te volgen. Ook dit was een redelijk goed onderhouden route met zo nu en dan 'wasbord stukken'. Ribbels, wat één en al gestuiter was, maar daar konden de leeuw en de vogel redelijk langs heen passeren. Sommige hellingen moesten opgelopen worden en er waren er twee bij waar de twee met moeite boven kwamen want ze slipten weg dus moesten ze uiterst voorzichtig zijn dat ze niet zouden uitglijden of het evenwicht verliezen. Ze konden met hun voeten niet goed afzetten tegen het losse grint en daardoor konden ze maar heel gestaag vorderen. Maar ook deze obstakels werden gepasseerd en de camping, waar ze op aangeven van een echtpaar uit Santiago dat bij hen in Bucalemu de camping had gedeeld, heen zouden gaan, kwam steeds dichterbij. Bij de afslag naar rechts gingen de laatste 5 kilometers in. Al het stof, het gehobbel over de zand- en puinwegen, begon haar tol te eisen. De twee waren niet meer optimale conditie en het bleek dat dit juist het moeilijkste deel van de route was. De paradysfugel vroeg zich af waarom bijna altijd het laatste stuk het zwaarst was, het was namelijk niet de eerste keer dat in het zicht van de haven de grootste hindernissen genomen moesten worden!

Er zat echter niets anders op en na vijf kilometer ploeteren, de weg ging vooral omhoog in plaats van naar beneden, kwamen ze bij het bord 'Camping Vichuquén' aan. Echter was er geen camping te bekennen, daarvoor waren ze veel te ver van het meer af, ze zaten daarvoor nog veel te hoog. De enige optie was het enorm steile zandpad naar beneden te nemen. De paradysfugel koppelde haar karretje voor de zoveelste keer los om af te kunnen dalen. Het begon al een beetje te schemeren en het werd tijd om zekerheid te hebben waar de nacht door te kunnen brengen. Ze liep naar bedenen, achter haar karretje aan dat ze zoveel mogelijk probeerde af te remmen. Ze kreeg er lamme armen van en ze besloot de kar in de berm te zetten zodat ze de fiets kon ophalen. Dit scenario werd meerdere keren herhaald want de weg naar beneden bleek lang. Wat een gedoe! Echter dacht ze er niet bij na, dat zou kostbare energieverspilling zijn, het ging min of meer op de automatische piloot. Ze wilde zo snel mogelijk bij de receptie uitkomen om de nacht veilig te kunnen stellen.

Na meer dan een half uur geploeter en in het schemerdonker kwamen ze eindelijk uit bij de receptie aan het rand van het meer en een aardige vrouw met kort grijs haar van middelbare leeftijd met de naam Lydia verwelkomde hen. De leeuw en de vogel wasten hun handen en gezicht bij het eerste kraantje wat ze zagen want ze waren onherkenbaar geworden na de helse rit, ze zaten onder het stof. Ze praatten wat met de vrouw, waar ze vandaan kwamen en ze bespraken de route die ze hadden gevolgd. De vrouw vertelde dat ze al een aantal malen eerder fietsers op de camping hadden gehad.

Na wat gebabbel over koetjes en kalfjes was het tijd om het over de prijs per nacht te hebben. Het bevriende echtpaar had hen verteld dat ze op een camping hadden gestaan waar ze 3.500 pesos (vijf euro) per persoon per nacht rekenden. Echter, dat bleek een andere camping te zijn geweest....... Hier was het laagste tarief per persoon 10.000 pesos (13,50 euro). Dat hadden de leeuw en de vogel simpelweg niet en ze vroegen de vrouw of er misschien langs het meer een route was die ze konden vervolgen want dezelfde route terug omhoog was geen optie. Het was inmiddels al donker en de twee waren uitgeput. Er was geen andere route en het dichtstbijzijnde dorp lag op meer dan tien kilometer. De vrouw belde met de andere camping om te vragen tot hoe laat ze mensen ontvingen en daarna belde ze met de eigenaresse van de camping om naar een oplossing te zoeken.

Met dank aan de eigenaresse Angela konden ze deze nacht voor 7.000 pesos op de camping staan en ze zouden hen de volgende dag met het hele hebben en houwen bovenaan afzetten. Wat fantastisch, wat een geweldige gastvrijheid en de vogel en de leeuw bedankten mevrouw Lydia voor haar enorme behulpzaamheid. Ze kregen een plek toegewezen onder een appelboom en terwijl de paradysfugel de tent op zette en het bed klaarmaakte, ging de leeuw op zoek naar hout voor het vuur zodat ze tenminste iets warms konden bereiden. Lydia wees hen op het feit dat de camping warme douches had en dat ze daar van moesten profiteren. Dat gegeven kwam voor de paradysfugel als een geschenk uit de hemel want tijdens het reizen komt er maar zeer sporadisch warm water langs. Daarnaast waren ze klam aan het worden want het was buiten inmiddels vochtig geworden en aardig afgekoeld qua temperatuur. De warme douche was een zegen, het leek of haar hele lichaam continue 'dankjewel' zei tegen het warme water wat over haar lichaam stroomde en ze kon er maar geen genoeg van krijgen!

Terug bij de tent was de soep inmiddels klaar. Dat deed hen extra goed want ze waren aardig uitgedroogd en al gauw werden ze slaperig. Tijd om lekker schoon het bed op te zoeken en uit te rusten. Ze zouden niet eerder dan morgen aan het eind van de middag vertrekken, hetgeen bekentende dat ze de ochtend voor henzelf zouden hebben en de kans hadden om van het prachtige meer en uitzicht te kunnen genieten. Voor het slapengaan, dankten beide het universum voor deze geweldige plek, de enorme gastvrijheid en het feit dat ze de helse rit zonder kleerscheuren waren doorgekomen. Ze wisten het al een tijdje: Ze hadden de goden met hen! JK

Het zwarte zand van Bucalemu

Het was alweer dinsdag alvorens de karavaan Pichilemu achter zich liet. Het was de grootste en drukste plaats geweest waar ze hadden neergestreken sinds het verlaten van Valparaíso en het werd tijd om de rust weer op te zoeken. Echter hadden ze tijdens het verblijf hun ogen uitgekeken en zich verbaast over de hoeveelheid mensen die vakantie vierden in dit oord.

Pichi-Lemu betekent 'klein bos' in Mapudungun. De taal van de Mapuche indianen die vandaag de dag deze taal nog steeds spreken in de meer zuidelijke regionen van Chili, rond de stad Temuco. Het is dé indianenstam die zich nooit heeft laten onderdrukken, niet door de Inca's en ook de Spanjaarden kregen ze niet onder het bewind. Tegenwoordig proberen zich vrij te vechten van de kapitalistische samenleving waar we ons allen in meer of mindere mate bevinden en vandaag de dag worden ze als volk gelukkig minder gediscrimineerd dan in het verleden, hoewel de balans nog niet in evenwicht is gebracht. Mapu-che is een samensmelting van de woorden 'Mapu'–'aarde' en 'Che'- wat 'mensen' betekend. 'Gente de la tierra' oftewel: mensen van de aarde.

De route zou gaan van Pichilemu naar Bucalemu, oftewel van het 'kleine' naar het 'grote bos', een rit van ongeveer 36 kilometer langs de kust over heuvelachtig terrein. Het was een mooie dag, ietwat bewolkt en een koel briesje, ideaal fietsweer om deze afstand af te leggen.

De eerste twaalf kilometers waren min of meer vlak en de karavaan vorderde in een lekker tempo. Ook de weg was prachtig en voerde hen door mooie, afwisselende landschappen. Aan de rand van het dorpje Cahuil werd gestopt om bij de uitmonding van een rivier wat te kunnen eten om zo genoeg energie te hebben voor het moeilijkere gedeelte van de route wat hen vanaf dit punt te wachten stond. Het was een mooi uitzicht, zittende onder aan de brug over de rivier, met uitzicht richting de zee. Het was niet echt druk op de oever, er waren wel wat badgasten maar van echte zomerdrukte was al geen sprake meer. Het voorafgaande weekend in Pichilemu was de afsluiting van het zomerseizoen geweest en vele mensen keerden die zondag alweer huiswaarts. En dat vond de paradysfugel helemaal niet erg, integendeel, hoe meer rust hoe beter om zo optimaal van de natuur te kunnen genieten en zich op het schrijven te richten.

Het was fris aan de waterkant, de wind maakte dat het niet aangenaam was om de versnaperingen tot haar te nemen en al gauw besloten de vogel en de leeuw om de reis voort te zetten. Terug de weg op en de brug over, waar de eerste beklimming van de dag op hen lag te wachten. Het was meteen pittig, na de bocht ging de weg redelijk steil omhoog. Gelukkig voor de twee vervolgde de weg zich daarna meer geleidelijk hoewel dat niet betekende dat er vlakke stukken of afdalingen te bekennen waren. De klim had een lengte van ongeveer zes kilometer, daarna werd de route meer glooiend. Op een uitzichtpunt op de kam stopte de paradysfugel om op de leeuw te wachten. Ze kon zich inbeelden dat vanaf dit punt de zee zichtbaar zou zijn op onbewolkte dagen, hetgeen ze die grote watermassa niet kon onderscheiden door de vlagen zeemist die haar kant op kwamen. Het was een mysterieus panorama, die witte flarden die tegen de berghellingen op kropen en zo nu en dan haar een opening schonken om het landschap daar beneden te kunnen aanschouwen. Ze nam wat water tot zich en toen ze naar de weg keek die ze had afgelegd, zag ze dat de leeuw inmiddels boven was gekomen. Ze was blij dat het de leeuw goed af ging, ondanks dat hij de steile stukken lopend aflegde in plaats van op de fiets. Dat kon ook haast niet anders met al dat gewicht op die kar! Vier levensgrote marionetten en een versterker en daarnaast de persoonlijke benodigdheden, maakten dat de ballast een tiental kilo's zwaarder was dan de vracht van de paradysfugel.

De weg werd vervolgd en het ging steeds maar op en neer, echter had de paradysfugel het idee dat het meer omhoog dan naar beneden ging. Dit waren voor de twee de zwaarste type routes die ze konden bedenken. Dit waren elke keer kuitenbijters die hun tanden in hun onderbenen zetten en de karretjes maakten het karwei extra zwaar om boven te komen. De paradysfugel had liever geleidelijke hellingen, dat was makkelijker qua ritme en putte de spieren minder uit. Maar helaas pindakaas, de realiteit was anders. Bijna alle etappes waren tot nu toe van dit soort geweest en volgens de kaarten zou het de komende etappes het er niet vlakker op worden.

Na een wat langere afdaling vervolgde de route zich door een bebost gebied met enorm hoge naaldbomen van een speciaal type waar ze de naam niet van wist. Het was een schitterend aanzicht in de afdaling, die hoge rechte bomen met de weg die dit veld van speldeknoppen doorkruiste. Ze moest van haar intuïtie stoppen om de energie van dit wonder van moeder natuur te kunnen voelen en bewonderen. Daarnaast was het al weer een poos geleden dat ze de leeuw had opgewacht. Hij was al een tijd uit haar blikveld verdwenen en ze wist niet of hij wel genoeg water bij zich had. Ze snoof de verrukkelijke geur van dennenaalden op en ze deed haar ogen dicht. Ze luisterde hoe de wind zich door de hoge toppen bewoog en ze hoorde de ranke maar stevige stammen zachtjes kraken. Het was een goddelijk gevoel, dat serene geluid met dat prachtige beeld wat ze voor zich zag dat op haar netvlies reflecteerde. Dit was een klein stukje paradijs en ze voelde zich innerlijk vervuld om dit moment zo intens te mogen beleven. Even alleen met de natuur, met die heerlijke geur, met het geruststellende gewieg van die enorm hoge bomen die haar notie gaven van hoe klein ze wel niet was tussen deze hoge slanke dennen. Echter, opmerkende hoe miniem haar statuur was in tegenstelling tot deze bomen, was het juist deze bewustwording die haar extra kracht inboezemde. Ze voelde zich zo op haar gemak in dit landschap onder dat groene hoge dak en tussen die hoeveelheid ranke stammen. Ze was één met de natuur, ze maakte deel uit van haar, een druppel water, of de gehele oceaan. Een waarheid die we als mens zou gauw vergeten als we ons laten leiden door onze gedachtegangen of de schijnwaarheden die de wereld waarin we leven ons voorspiegelt.

De leeuw was in aantocht en snel werd een blik geworpen op de karretjes en de tweewielers om te kijken of alles nog in orde was. Besloten werd om voort te maken om op tijd in Bucalemu aan te komen. Inmiddels hadden ze ongeveer vijfentwintig kilometers afgelegd en de twee begonnen de kilometers te voelen in de benen. Het was een zware etappe aan het worden en de afdaling aan het eind van de route was nog niet in het zicht gekomen. Het bleef maar op en neer gaan en steeds regelmatiger werd er een korte pauze ingelast om even te stoppen en bij te komen.

Kilometer dertig naderde, het kon dus niet ver meer zijn wanneer de paradysfugel maar weer eens de hoogste versnelling aansprak om de zoveelste kuitenbijter de baas te worden. De leeuw die achter haar aan de klim bezig was, riep haar toe: 'Kijk mi amor, daar op de linkerhelling, de bus uit de film Into the Wild!! Zullen we stoppen om daar de nacht door te brengen??' Haar innerlijke glimlachte en in een tel overdacht ze de mogelijkheid. Ze beeldde zich in hoe het zou zijn, maar besloot toch maar om door te fietsen. Achteraf gezien had ze gewild dat ze wat meer tijd had genomen voor deze beslissing want het had natuurlijk een mooi avontuur kunnen zijn, een nacht in een bus doorbrengen!

En fin, het moment was alweer deel van het verleden en eindelijk had ze de laatste afdaling naar het dorp in zicht. Daarboven, fietsend over de kam, was het heerlijk zonnig geweest met een aangename temperatuur, hetgeen plotsklaps veranderde in de afdaling. Ze vloog met vliegende vaart de wereld van nevel en kille zeewind binnen en ze wist dat als de afdaling nog lang zou voortschrijden, ze zou moeten stoppen om tenminste een trui aan te trekken om geen kou te vatten. Ze raaste langs 'la pista de emergencia' een uitloper voor zwaar verkeer met remproblemen en na een paar bochten zag ze de vallei beneden voor zich liggen. Vlak voor de brug over een middelgrote rivier kneep ze in de remmen om op haar trouwe metgezel te wachten. Over de brug linksaf lag de weg naar Paredones en rechtsaf was het bord van de bebouwde kom zichtbaar. Het eindstation was bereikt, Bucalemu lag aan de voeten van deze reizigers. De leeuw kwam met een rotgang de helling af suizen en was geheel in z'n nopjes over de afdaling. Het was koud beneden want ze bevonden zich in een landschap met herfstachtige taferelen: koude wind en laaghangende bewolking.

Ze besloten om rap verder te gaan om een plek voor de nacht te vinden. Al gauw kwamen ze langs het dorpsplein, daarna hadden ze de kleine boulevard in zicht met de houten souvenirskraampjes en het dorp eindigde bij de visafslag, gelegen nabij het strand. Het was enorm koud en de trui die ze bij de brug hadden aangetrokken, bleek lang niet genoeg. Ze stopten om een deel van de ballast los te maken om zich beter op het weer te kunnen kleden. De paradysfugel haalde alles uit de kast want de kille gure wind blies dwars door haar heen. Vijf lagen had ze nodig om het weer warm te krijgen en ze besloten om ergens een empanada te eten met een kopje thee om de warmte weer in het lichaam te krijgen. Een kraampje met de naam 'Señora Rossy', bood binnen een paar zitplaatsen waar ze beide na een tijdje wachten een overheerlijke empanada met een kop thee voorgeschoteld kregen. Het was het beste wat ze op dat moment had kunnen wensen en haar lichaam kreeg van binnen uit de temperatuur weer op orde.

Buiten was het klimaat er niet beter op geworden en het werd hoog tijd om onderdak te vinden. Ze passeerden voor de tweede keer de camping die ze hadden gezien en nu was er gelukkig wel iemand te bekennen. Een oudere man, señor Victorino Gómez was eigenaar van het terrein. Na een kleine rondleiding over het terrein stelde hij een prijs voor. De leeuw en de vogel keken en elkaar en zeiden tegen de man dat ze eerst verder zouden kijken. Echter, hoe dichter ze met de fietsen bij de ingang van zijn erf kwamen, hoe lager de prijs werd. De deal werd gesloten: tweeduizend pesos per persoon per nacht en iedereen was tevreden.

De lange dag kwam ten einde, de vogel richtte het kampement in en de leeuw ging op zoek naar brandhout voor het haardvuur om eten te kunnen koken en om de avond wat aangenamer te maken. Een kapot luchtbed werd gevonden wat dienst deed als isolatie onder de tent om de kou buiten te houden. Bij terugkomst had de leeuw naast het hout een buitengewoon aangename verrassing. Een oudere dame had hem een warme grote deken cadeau gedaan, hetgeen kwam als een geschenk uit de hemel want ook al was het nog steeds zomer, de nachten waren her en der kil geweest, vooraal op de overnachtingsplaatsen aan de kust.

Het was al met al toch een zware dag geweest ondanks dat het feit dat het relatief gezien niet een hele lange rit was geweest. Moe maar voldaan werd van het kampvuur genoten terwijl de groentes werden gesneden voor het avondmaal. Een ouder Duits-Servisch echtpaar uit Hamburg reizende in een camper, kwam nog gezellig even buurten en ze nodigden de leeuw en de vogel uit voor het ontbijt bij hen de volgende ochtend (met echte verse koffie, wat een heerlijk vooruitzicht!). Ze hadden in de jaren tachtig als onderwijzer op de Duitse scholen in het zuiden van Chili gewerkt en waren nu als gepensioneerden voor een half jaar op reis en gingen net als de twee zuidwaarts. Toen de paradysfugel vertelde dat ze van de Friese kusten kwam, werd er een band geschapen. Eén van hun kinderen, een dochter, woont en studeert in Leeuwarden en dat maakte dat er nog meer stof was gevonden om het gesprek levend te houden!

De soep was inmiddels klaar en na twee mokken vol was het genoeg geweest voor die dag. Na het luxe bed in vorm van een matras tijdens het verblijf in Pichilemu was het nu weer wennen aan de dunne slaapmatjes in Bucalemu. De grond was vlak en redelijk zacht, daar maakte de vogel zich niet druk over, het was de kou en ze hoopte dat ze de nacht zonder klappertanden zou kunnen doorkomen ook al hadden ze nu een extra deken. Ze raapte de vaat bij elkaar, richtte zich tot de leeuw die het vuur aan het doven was en zei op z'n Chileens: 'voy al sobre' – 'ik ga naar de envelop', of, 'ik ga de envelop in.' Goedenacht! JK

Het witte huis - Casablanca

Donderdag 28 januari was het zover, de paradysfugel was klaar voor vertrek, de grote reis naar het zuiden stond op het punt van beginnen¡ En het was haar dag, ze wilde eigenlijk al dinsdag of woensdag vertrekken maar het was gewoonweg nog niet het moment, er moesten steeds nog een paar kleine dingetjes geregeld worden. Toen ze er achter kwam dat deze donderdag haar dag was op de Maya-kalender, de meeste precieze kalender die er tot nu toe bestaat, moest ze glimlachen. De dag van de 'Zon' of zoals de Maya's het noemen: Sol – Ahau. Nummer 20, de laatste in de reeks, of de eerste, want dit nummer staat op de kalender gelijk aan 0. De kleur van haar familie is geel, want ze is een zonnestraal, ze is de zon die elke dag een reis maakt op deze planeet.

Met deze gegevens wist ze dat ze de goden aan haar zijde had en ze maakte zich daarom niet verder druk of het allemaal wel zou lukken. Want ja, ze had zich wel zorgen gemaakt over de hoeveelheid spullen die ze mee zou nemen. Het karretje was groot genoeg, dat was het probleem niet, het was het gewicht dat ze moest gaan trekken en vooral wanneer de weg omhoog zou lopen. Aan de andere kant wist ze dat ze geen overbodige luxe aan het meezeulen was en dat gegeven bracht haar rust en dat dit het precieze gewicht zou zijn om mee op reis te gaan.

Het was al na enen toen ze aan haar eerste etappe, een rit van dik veertig kilometer, begon: Van Laguna Verde naar Casablanca, een dorp tussen Valparaíso en Santiago. De volledige naam is echter: Santa Bárbara la Reina de Casablanca, afgeleid van Bárbara de Braganza, de vrouw van Fernando VI, een koning van Spanje. Het is een niet al te groot dorp en de paradysfugel dacht dat het groter was omdat ze de naam al zo vaak had gehoord. Dat komt omdat het bekend is buiten de landgrenzen vanwege de hoeveelheid aanwezige wijngaarden. Vele rode Chileense wijnen die geëxporteerd worden naar het buitenland komen uit dit gebied. De Acuya-vallei, zoals de oorspronkelijke bewoners dit gebied in een van de (uitgestorven) inheemse talen aanduiden, is waar nu volop de druiven worden gekweekt. Vele boomgaarden hebben daardoor plaats moeten maken voor deze andere landbouwvorm.

Het was een mooie route, heerlijk rustig qua verkeer en dat maakte dat de paradysfugel zich gelukkiger dan ooit voelde. ¡Wat een heerlijk begin van dit grote avontuur, het één zijn met de elementen en niets meer dan dat! Het eerste stuk voerde langs eucalyptusbomen, half in de schaduw, half in de zon aan de rand van de vallei. Later werd de vallei breder en de laatste tien a vijftien kilometer was de weg vlak en de weg bevond zich bijna in het midden van de vallei. Om de twee a drie kilometer passeerde de paradysfugel een 'fundo', een grote boerderij, een landhuis van de landmeester midden tussen de wijnranken. Deze landhuizen, vooral die met historie, hebben over het algemeen een koloniaal uiterlijk en zijn prachtig, soms met schitterend onderhouden tuinen. Het zijn pareltjes in het landschap. Echter geeft het ook het verschil in klasse weer van vroegere tijden. De rijke familie van landeigenaren en de 'gewone' arbeiders en boeren. Desalniettemin laat het de geschiedenis van dit land zien. Het is een reflectie van het verleden, de tijd van de Spaanse overheersing en daarna de overgang naar een zelfstandig land waar deze klasse-verschillen bleven bestaan en maar moeilijk geheel te vervagen zijn.

Ze fietste verder en aan het eind van de horizon zag ze het rode dak van de torenspits. Dat moest Casablanca zijn¡ Het zou nu niet ver meer zijn en ze was uiterst tevreden dat de reis zo goed was verlopen en dat het lichaam de inspanning prima had kunnen verwerken. Dat gaf haar volop vertrouwen voor de rest van de reis.

Op het plein aangekomen maakte ze een welkomstrondje om zo een een kleine ode toe te brengen aan het dorp. Dit is één van de rituelen die de paradysfugel altijd aanwendt bij aankomst van een plek waar ze de nacht doorbrengt. Ze belde Waldo, een collega architect, die ze kende van de tijd dat ze in Valparaíso had gestudeerd. Ze spraken af bij het benzinestation want dat was vlakbij de woning en vanaf daar volgde ze Waldo naar een relatief nieuwe wijk, waar Macarena, zijn vrouw, tegelijkertijd aankwam.

Na een nacht onderdak te hebben gehad bij dit bevriende echtpaar, stond de Paradysfugel al om kwart over negen op de pedalen. Echter, had ze niet in haar hoofd om deze dag al verder te reizen. Ze had gehoord dat de leeuw met het marionetten-circus onderweg was en dat rond het middaguur het weerzien aanstaande was. Ze wist niet wat ze er van moest denken maar ze maakte zich daar absoluut niet druk over. Eerst naar de bibliotheek om de volgende etappe te kunnen uitstippelen en onderdak te vinden op de volgende tussenstop. Het was vroeg dag geworden en de benen waren zwaar. Ze had zin in een kopje koffie om wakker te worden maar helaas was er niets te vinden in de omgeving, het enige cafetaria aan het plein was dicht en zou de hele dag dicht blijven.

De tijd vloog voorbij en ze zag dat ze een berichtje had gekregen. De leeuw was in aantocht, waarop ze haar werkzaamheden afrondde en zich naar het plein begaf. Daar stond een rode ros met een legergroen karretje en haar blauwe paard kon maar moeilijk haar ogen afhouden van deze prachtige combinatie. Er was niets aan te doen, de paarden hadden bepaald dat ze samen wilden reizen en daar was niet tussen te komen. De paradysfugel keek de leeuw aan en wees naar de paarden. Ze lachten allebei en ze zochten een plek waar ze de reisplannen zouden kunnen doorspreken. Niet naar de kust, maar het binnenland in, naar de warmte en naar een streek die voor beiden onbekend was. De paradysfugel had de mogelijke route al bekeken en bepaald werd na een dag of twee verder te reizen richting Melipilla en dat in twee etappes te doen. De leeuw had onderdak weten te regelen waarmee het verblijf in Casablanca met een aantal dagen werd verlengd. Het weekend zou hier worden doorgebracht zodat de marionetten op vrijdag- en zaterdagavond op het plein zouden kunnen dansen. Ze waren door de reis aardig in de verdrukking geraakt en ze hadden behoefte aan beweging.

Het was een prachtig weekend met gastvrijheid ten top. Een goed bed, een heerlijk warme douche en een lief echtpaar dat hen alles vertelde over het dorp en omgeving, over de geschiedenis en de wijnindustrie.

Ze vertelden dat Casablanca naamsbekendheid heeft omdat het in het verleden een knooppunt was op de aloude route tussen de haven van Valparaíso en de hoofdstad Santiago. Het was een plek waar handel werd gedreven in vroegere tijden, waar goederen uitgewisseld werden en de legende zegt dat het dorp haar naam te danken heeft aan het feit dat er zich een witgekalkt huis op een heuvel bevond dat eigendom was van Gonzalo de Toledo. Het was een referentiepunt dat men zich op de route bevond, wilde je naar Valparaiso of Santiago, dan was 'la casa blanca' de indicatie dat men niet was verdwaald.

Tegenwoordig heeft het niet meer die importantie van handelsknooppunt vanwege de komst van de snelweg, de ruta 68. Nu is het een rustig plattelandsdorp met mondiale connecties vanwege de wijnindustrie. Er is een wijnroute en de vele wijngaarden bieden excursies en proeverijen aan, die bezoekers trekken van over de hele wereld. Echter heeft deze ontwikkeling, die economisch gezien maar voor een paar families van de bevolking écht voordelig is, een enorme keerzijde die maar weinig benadrukt wordt en één van de taken tijdens het nomadenbestaan van de paradysfugel is dat deze thema's naar de oppervlakte worden gebracht en benadrukt worden zodat meer mensen er weet van hebben en krijgen.

'Bewust leven' en het 'bewustzijn' zijn woorden die tegenwoordig vaak worden gebruikt in reclames of slogans ten aanzien van de gezondheid en de omgang van mens tot mens. Maar er moet ook groter gedacht worden: 'Nederland is klein, denk groot' is één van de gezegdes die al jaren bestaat en die de paradysfugel geschikt vindt om iets verder te denken dan waar normaal gesproken de kennis ophoudt. De 'ver van mijn bedshow' dus het probleem bestaat niet want we zien het niet, is een denkwijze die we als mensheid in de 21e eeuw achter ons zouden moeten laten. Het is een gelimiteerde denkwijze en het ondermijnt de acceptatie dat we als individu en als collectief een enorme kracht bezitten om veranderingen in onze omgeving aan te brengen. We hebben er allemaal weet van dat de luxegoederen die we consumeren een donkere achtergrond hebben. We zijn als mens zijnde slim genoeg om de nieuwste technologieën te ontwikkelen, apparaten die alles kunnen maar we zijn niet in staat om ons sterk te maken voor onze eigen habitat die de naam 'Aarde' draagt. En bovendien om ons in te zetten voor mensen die minder economisch bevoorrecht zijn als de bewoners van de westerse wereld, terwijl zij grotendeels bijdragen aan het 'confortabele leven', aan de productie van goederen voor deze zelfde consumptiemaatschappij.

En daarom wordt het hoog tijd dat we ons allen eens druk maken hoe wij als mensheid met deze planeet omgaan omdat het voor ons allen onze achtertuin is. In Nederland wordt misschien voldoende aandacht besteed aan de natuur en is er volop wetgeving die de natuur en de rechten van de mens beschermt. Echter houdt de natuur niet bij de landgrens op en het merendeel van de producten die verkrijgbaar zijn, zijn geproduceerd of verbouwd in het buitenland. Vaak in landen die worden aangeduid als tweede- of derdewereldlanden oftewel: de lage-lonen-landen. In deze landen is over het algemeen minder wetgeving op het gebied van natuurbehoud en mensenrechten, óf hebben grote multinationals zo een grote invloed dat het milieu niet de aandacht krijgt die het verdient en daar is de lokale bevolking de dupe van.

En daar is sprake van in de vallei van Casablanca, om nog maar te zwijgen over de schade en de vervuiling die de koperindustrie veroorzaakt in het noorden van Chili, in de Atacama-woestijn. Aan dit gebied wil de paradysfugel een apart artikel wijden want volgens haar is dat een tikkende tijdbom, er staat een milieuramp te wachten, of waarschijnlijker: het is al aan de gang. Water is daar al jaren ondrinkbaar door de hoeveelheid arsenicum en het gebied is bijna geheel uitgedroogd – de mijnindustrie verbruikt enorme hoeveelheden water – zodat kleinschalige landbouw en veehouderij praktisch onmogelijk is geworden, iets waar de lokale, inheemse bevolking al honderden jaren van leeft. Het is een leefwijze die aansluit bij het gebied, in harmonie leven met de omgeving wat vandaag de dag praktisch niet meer mogelijk is door de vervuiling van de industrie en de in beslagname van gebieden omdat deze verkocht zijn aan derden.

Weer terug naar de vallei: in het verleden was er volop water te vinden in deze streek, verscheidene stroompjes meanderden door het gebied en elke boerderij of huis in het dorp had wel een waterput, met andere woorden: iedereen had toegang tot water. Tegenwoordig is het zo dat men een vergunning moet aanvragen om een put te slaan en het water is verkocht aan derden (de paradysfugel vraagt zich in godsnaam af hoe dat kan: hoe kun je een rivier kopen of verkopen?? Iets wat geheel niet strookt met haar denkwijze).

De kopers zijn vaak private, (buitenlandse) partijen en bedrijven. Het gebied wordt bovendien overgeëxploiteerd, er wordt geen rekening met de aanwezige natuur, het water is schaars en de mensen die ver van het dorp afwonen, hebben soms periodes geen toegang tot water. De bemesting geeft bij tijd en wijle veel stankoverlast en wanneer er gespoten wordt tegen ongedierte, ademt de bevolking de chemische lucht in die in de vallei blijft hangen.

Met deze informatie keek de paradysfugel met andere ogen naar deze prachtige streek en naar de wijnplantages. Ze zuchtte een paar keer want het raakt haar diep wanneer de natuur en cultuur niet worden gerespecteerd en ze nam zich voor om deze informatie om te vormen en in te passen in haar reisverhaal. Ze snapte dat het haar missie zou zijn om als een soort postduif de boodschap over te brengen naar andere verre uiteinden want ze weet dat de mensen van haar geboortegrond en land begripvolle mensen zijn die bereid zijn om een helpende hand te bieden. Ze kent vele mensen die open en respectvol zijn en maar al te graag willen bijdragen aan het behoud van die dingen die ouder zijn dan ons vergankelijke lichaam: namelijk natuur en cultuur. Of zoals een Nederlands gezegde luidt: Mensen die 'het hart op de goed plek hebben'.

Het drukke weekend werd afgesloten met een presentatie van de marionetten in de tuin waarbij de hele familie Fredes Maldonado was uitgenodigd. Oma, opa, ooms en tantes, kleinkinderen, iedereen was er en tijdens het optreden was het gieren en brullen geblazen. Het was een prachtige uitwisseling, een privéshow in ruil voor drie dagen onderdak en iedereen ging na het spektakelstuk uiterst gelukkig huiswaarts. De leeuw en de vogel waren moe maar voldaan, het was een prachtig slot en ze voelden dat ze hiermee de volgende dag aan een nieuwe etappe konden beginnen. Richting Pomaire, een klein dorpje vlakbij Melipilla dat bekend staat om haar aardewerk. Het dorp waarvan de leeuw en de vogel hadden vernomen dat de handwerklieden het tegenwoordig moeilijk hebben het hoofd boven water te houden door de komst van het goedkope Chinese imitatieaardewerk en andere kitch-prularia.

Ze gingen vroegtijdig naar bed want morgen zou hen een lange dag te wachten staan. Een kleine bergpas lag in het verschiet en ze wisten dat de weg niet je-dat zou zijn, dus een goed nachtrust was geboden om uitgerust te kunnen vertrekken.

De metropool Santiago en de Alvarado-vallei

Hallo¡ Daar is de paradysfugel weer¡¡ Het waren bevlogen weken waarin veel gebeurde en waar maar weinig tijd was om de pen te pakken. Alles had te maken met de voorbereiding van een idee waar deze vogel al heel lang op zat te broeden... Naar het zuiden, zonder retourdatum, minstens een maand of twee-drie, op de fiets met een karretje zodat de hele hebben en houwen mee kon..... Ze wist dat dit plan haar niet kon ontwijken maar haar geduld werd wel een aantal keer duidelijk op de proef gesteld. Er moest een fiets gevonden worden en een karretje en dát met een zeer beperkt budget.

Echter, de paradysfugel zou de paradysfugel niet zijn als ze dit niet als een uitdaging zou opvatten en bovendien wist ze zeker dat ze haar ros en kar zou tegenkomen want daar had ze al geruime tijd haar zinnen op gezet. De ros en de kar... Het deed haar denken aan de koets en de koetsier uit het boek 'De Zevensprong' (Tonke Dragt), waarin de ritten van de koets door het bos meerdere keren werden beschreven. Dat magische en geheimzinnige boek wat ze als klein meisje altijd zo fascinerend had gevonden en het zou mooi zijn om dat boek nog eens opnieuw te lezen om het hele verhaal weer eens op te helderen, want de paradysfugel had het niet meer helemaal duidelijk voor ogen waar het allemaal om draaide. De spaanse versie heeft dit keer de voorkeur om zo het niveau van de vreemde taal op peil te houden én uit te breiden. Dat is een noodzakelijkheid omdat de paradysfugel ook schrijft onder een ander pseudoniem, namelijk die van Ave Porteña. Porteños worden de inwoners van Valparaiso genoemd, en 'ave' zijn de gevederde vrienden.

Naar Santiago, want daar zou ze haar gouden koets tegen het lijf lopen. Een enorme metropool van bijna 7 miljoen inwoners, naar die enorme mierenhoop omdat ze wist dat daar de pareltjes op haar lagen te wachten. Het instinct zei dat het tijd was, en in een mum had de wind de richting van haar bries veranderd. Het venster bevatte al niet meer haar mooie silhouet, de paradysfugel was gevlogen¡

Het was alweer bijna een jaar geleden dat ze voet had gezet in het pompende, economische hart van Chili. De laatste keer was vorig jaar februari toen ze haar ouders verwelkomde, een weerzien na drie jaar.

Net als toen, kon ze ook nu weer vertrouwen op de gastvrijheid van een goede vriendin. Paz, een wijze trouwe strijdster, die de naam van de vrede draagt en die ook de Nederlandse bodem kent en heeft betreden, sloeg haar armen om haar heen in het hartje centrum.

Veertienhoog, met uitzicht op enkele nog steeds besneeuwde bergtoppen was het uitzicht van de paradijsvogel de komende dagen. Ze stond op het balkon het panorama in zich op te nemen. 'Wat een gekkenhuis' dacht ze toen ze net was gearriveerd, een jungle van beton en de krioelende menigte beneden haar. Zo stond ze daar een tijdje, observerend en zo nam ze de verschillende zichtlijnen in zich op. Daar in de verte, een witte top. De sneeuw altijd op de achtergrond, dat gaf haar een gerust gevoel en ze snapte nu waarom haar vriendin hier haar stekje had gevonden. Die top met sneeuw brengt rust en vanaf de bank zit je zo op de berg, het is een kwestie van visualiseren en met de gedachten daar heen reizen. De paradysfugel kon zich indenken dat de reis naar die top elke dag de rust weer in het hoofd kon terugbrengen na een bezoek aan de mierenhoop daar beneden. Bovendien, naast die prachtige oude witte dame, waren er vele doorkijkjes tussen de gebouwen door te ontdekken, die zorgden voor een interessant geheel.

De avond was al aan het vallen en de vleermuizen maakten op de voorgrond de intrede. Ze had ze niet kunnen spotten maar de scherpte van van de roep door de nacht was herhaaldelijk aanwezig. De stad is tijdens de duisternis het koninkrijk van deze wonderlijke wezentjes en de paradysfugel was blij dat in dit stenen oerwoud toch nog natuurlijk leven te vinden was.

Ze liet haar blik nog eens gaan van links naar rechts en van boven naar beneden, de gedachten stroomden door haar hoofd als een waterval en ze probeerde zich niet in de stroom te mengen. Even was ze afgeleid van wat ze voor zich zag, blijkbaar had ze weer een staart van een gedachte te pakken en haar natuurlijke reactie was om omhoog proberen te klimmen om te weten waar het zou uitkomen..... Zou dat een astrale reis zijn? Toen ze dat haar plots begon af te vragen, trad ze een andere wereld binnen..... Ze liet haar gedachten ten aanzien van de fenomeen vrij lopen totdat Paz, haar riep om binnen te komen. Het was hoog tijd om alle goede herinneringen op te halen die ze hadden gedeeld tijdens het tijdperk in de lage landen. Schaterlachend en elkaar zo nu en dan in de armen vallend, verstreek de tijd en de witte wijnfles raakte steeds leger. Het was lang geleden dat de paradysfugel zo had kunnen genieten van het in gezelschap zijn van een goede vriendin en ze bedankte de kosmos voor deze voortreffelijke avond. Morgen, zou de zoektocht beginnen, de zoektocht naar het blauwe paard en de gouden koets en de paradysfugel wist zeker dat ze zou slagen. Misschien niet in één of twee dagen, het zou een kwestie van tijd zijn.....

Santiago – La Quebrada Alvarado (Alvarado-vallei)

Santiago de Chile ligt alweer meer dan een week in het verleden en de paradysfugel is momenteel te vinden in Laguna Verde – km 0. Het is de grens, hier houdt Valparaiso op. Echter, laat dat de inwoners van dit gebied niet horen want volgens hen wonen ze op Playa Ancha, wat 'breed stand' betekent. Overigens is het gebied geen strand maar een grote heuvel die deze naam draagt. De bewoners noemen het 'la republica independiente de Playa Ancha' oftewel: de onafhankelijke republiek. Misschien zou je de vergelijking kunnen trekken met het Noordelijke deel boven het IJ van Amsterdam, waar menigeen zich onafhankelijk van de hoofdstad waant. Enfin, Playa Ancha houdt hier op en de sector Laguna Verde begint, vandaar de km 0. Hier heeft de paradysfugel haar tentenkamp opgeslagen om de laatste voorbereidingen te treffen alvorens af te reizen naar het zuiden. Een groot avontuur staat voor de deur maar eigenlijk is het al begonnen.

Dinsdagmiddag 19 januari vertrok ze op haar prachtige blauwe paard en gouden koets uit Santiago om de eerste kilometers af te leggen. Een dikke 65 km lagen in het verschiet om aan het einde van de dag aan te komen in de Quebrada Alvarado (de Alvarado vallei). Het was een helse rit onder een verwoestende hitte van meer dan 36 graden maar dat deerde de paradysfugel weinig want de euforie dat het avontuur was begonnen, was vele malen groter. Zo nu en dan moest halt gehouden worden om af te koelen in de schaduw van een kleine boom in de berm en het vochtgehalte op peil brengen. Na veel zwoegen kwam ze rond zes uur in de middag aan in Til-Til. De paradysfugel hielt halt bij het eerste groente- en fruitkaam langs de weg om op adem te komen en om de lichaamstemperatuur weer een beetje op orde te krijgen. Ze was zowat oververhit en het lichaam had een langere rustpauze nodig. Bovendien, stond haar nu pas het zwaarste deel van de etappe te wachten. Over de cuesta la Dormida heen, een col van 11 kilometer klimmen..... En dat doen met aanhanger achter de fiets..... De paradysfugel wist dat het een hele zware dopper ging worden, maar wist ook dat ze eventueel buiten het concept 'fiets' moest denken. Er waren namelijk meerdere oplossingen om boven te komen. Waar ze echter uiterst tevreden over was, was het feit dat die berg haar geen enkel gevoel van angst gaf. In vroegere tijden kwamen soms de gedachten langs van: wat als ze niet boven zou komen, wat als ze het lichamelijk niet aan zou kunnen, kortom: pure twijfels. Nu speelde alleen de gedachte: er ligt een bergtop tussen mij en de rustplaats, en verder helemaal niets, ze kon zelfs genieten van de situatie, het deerde haar niet.

Nadat ze een vruchtensapje had genomen in een plaatselijk winkeltje dat gerund werd door een lieve vrouw van Braziliaanse afkomst, die haar ogen enorm vergrootte toen de paradysfugel vertelde dat ze was vertrokken uit Santiago en dat ze dat pas over wilde naar Alvarado. Ze maande voorzichtigheid maar was aan de andere kant buitengewoon aangenaam verrast door het avontuur wat haar ter ore kwam.

Het was inmiddels iets afgekoeld - misschien was het nu 28 graden in plaats van 36 - en de paradysfugel had weer ietwat kunnen herstellen, hetgeen niet betekende dat ze nu fris en fruitig de pas over ging komen. Weer op de fiets, het laatste stuk door het dorp en dan linksaf slaan richting Olmué, de plaats waar de paradysfugel in 2015 drie hele mooie dagen had beleefd. Het was onderdeel geweest van het weerzien, waar ook de leeuw en het kleine konijn bij waren. Maar dat was aan de andere kant van de berg, er lagen haar nog elf lange kilometers te wachten.

Het was nog steeds behoorlijk warm en de paradysfugel had het vanaf het begin al moeilijk. De benen waren niet fit meer, maar het was de rug die als eerste de handdoek in de ring wierp. Al twee jaar praktisch niet op een fiets gezeten te hebben en dan ook nog met aanhanger een bergpas over willen, dat was teveel van het goede. Daarnaast waren de benen niet sterk genoeg om alle kracht te leveren of op een zo effectief mogelijke manier te fietsen om de rug te kunnen ontlasten. Ter hoogte van kilometer 3 hielt de paradysfugel voor de zoveelste keer halt en dacht: vanaf nu geen gefiets meer, dit is een trainingrit en geen uitputtingsslag. De fiets werd geparkeerd en de verschillende opties werden overwogen: hoe nu verder of terug naar Til-Til om daar de nacht door te brengen? Het was inmiddels zeven uur 's avonds.

Naar boven lopen was één van de mogelijkheden, het zou dan tegen het schemerdonker aanzitten wanneer ze aan de afdaling zou gaan beginnen. Ze pakte de handvaten van de fiets beet en begon te lopen, maar ze merkte al na twee passen dat de rug het niet met deze optie eens was. Ze liep wat heen en weer, ging even op een grote steen zitten en liet haar ogen een tijdje voor zich uit staren...... Ondertussen kwam er zo nu en dan wat verkeer langs, auto's, vrachtwagens en pickup-trucks. 'Laten we gaan liften', dacht ze, zich tegelijkertijd afvragend waarom ze in meervoud dacht. Enfin, liften, in ieder geval tot op de top, de afdaling zou vijftien kilometer zijn tot de plek waar ze de nacht zou doorbrengen. Dit plan zou vast slagen want op het platteland van Chili is het een gebruikelijk beeld dat men lifters langs de weg ziet en er is altijd wel iemand die stopt.

De paradysfugel bracht alleen de duim in de lucht wanneer het een pick-up of een vrachtwagen betrof, aangezien fiets en kar niet gemakkelijk in een auto zouden passen. Er gingen ongeveer twintig minuten voorbij voordat een vrachtwagen met lege, platte lader stopte. Een jonge man van rond de dertig vroeg waar de reis heen ging en toen de paradysfugel zei dat ze vierentwintig kilometer verderop moest zijn, sprong de man uit de cabine om het blauwe paard en de gouden koets op de lader te tillen. Hup a kee, klaar is kees en we waren weer onderweg¡ Ze was ingetogen met deze oplossing, zo zou ze mooi op tijd aankomen en liep alles uiteindelijk volgens plan. De weg naar de top was heel mooi, een mooie route voor diegenen die ervan houden om tegen bergen op te fietsen¡ Een mooi gebied waar de weg doorheen meanderde. De zon was inmiddels al achter de bergen verdwenen en de top was gepasseerd, nu alleen maar naar beneden, de Alvarado-vallei in. Al snel naderden ze de plek waar de paradysfugel moest zijn. De fiets en kar werden van de oplader getild, ze bedankte hartelijk de chauffeur en vroeg aan de man van het kleine winkeltje waar de bloemenkiosk was. Dat was het referentiepunt om het huis te vinden waar ze zou verblijven. Het huis van Analina, die een bedje had gespreid voor de paradysfugel, gevonden via de website: www.couchsurfing.com.

Daar zou ze de nacht doorbrengen. Het doel van de eerste dag was bereikt, een uiterst voldaan gevoel had de paradysfugel want de openingsetappe was een groot succes. Een overwinning op alles, een kleine kroon, en zo die gedachte ging de paradysfugel de nacht in, moe maar zeer voldaan¡

Valparaíso-Totoralillo (410 kms)

Je had al kunnen bemerken uit het vorige verhaal dat de paradysfugel het kraaiennest ging verlaten. De hoge golven en het gezwabber van de boten en dus het heen en weer gaan van de masten, werden haar even te gortig. Het bracht haar constant uit evenwicht want ze werd van hort naar her geslingerd. En alsof dat niet genoeg was, kwam er herhaaldelijk een touw langs slingeren dat ze moest ontwijken en als ze niet bijtijds om haar heen keek, kon ze zo maar een klap van een stuk zeil krijgen. Ook het geschreeuw op de kade, het geruzie van de meeuwen in het luchtruim of beneden op het dek, maakte het geen rustige stek om te vertoeven.

Het was tijd...... Tijd om uit te vliegen. Je door de luchtstroom laten meevoeren en andere oorden leren kennen om zo een netwerk van voedselbronnen te genereren. In vogeltermen: het verspreidingsgebied, het gebied waar je haar zou kunnen spotten of tegenkomen. Haar leefgebied, zo zou je het ook kunnen karakteriseren. En, mensen die haar (al langer) kennen, weten dat ze van nature bepaald geen standvogel is. Wel een strandvogel want ze komt van de Friese kusten, maar ook weer geen permanente want ook daar was ze altijd al onderweg of in verschillende oorden te vinden.Binnenlanden, valleien, drogere, hogere oorden doen haar vanzelfsprekend goed. De thermiek van de hogere luchten laten haar elegante vluchten zien, wanneer ze elke dag haar zonnegroet doet. Zou ze een flamingo zijn? Van die soort die de hoogste bergrug van de Himalaya passeert om zo op de volgende standplaats te komen en die dus een vlieghoogte van 8 kilometer bereikt?¡ Nee, dit is een paradysfugel, die van hoogten en dus van rotsen houdt, of dat nu de kliffen van de kust zijn of de besneeuwde toppen van het hooggebergte.

Enfin, de lentemigratie was in aantocht, de reiskriebels werden haar te gortig en dit virus verspreide zich snel voort. Eerst richting Noord, naar meer zon en meer warmte, naar een minder drukke stad, naar meer rust, meer ruimte en meer natuur. Tijd voor de nodige zonnebaden, om de veren te rangschikken, om de zonnegroet te oefenen, tijd om haar zangrepetoir eens op de avondschemering af te stemmen. Waar ze in Valparaiso door het heen en weer gevlieg en de deinende masten nauwelijks in staat was om eens iets tot gehore te brengen, moest het dak van Serena uitkomst brengen.

Achteraf gezien, we zijn nu inmiddels wat verder in de tijd, was het toch niet het virus dat haar tot vertrek maande. Het was omdat deze vogel op het punt stond om zeeziek te worden en de kans was dan groot dat ze naar verloop van tijd in het water zou belanden en in deze storm van emoties eventueel kopje onder zou gaan.....Weer schipbreuk lijden en er bedropen met een nat verenkleed uitkomen, nee daar had deze vogel absoluut geen trek in. Eén tsunami was voor haar al meer dan genoeg. Dan maar het heil zoeken op een andere plek langs de lange kust van het einde van de wereld. Het einde van de wereld....... Chile – el fin del mundo, zo duiden de Chilenen maar al te graag hun eigen land aan en de paradysfugel vindt dit nu eenmaal een prachtuitdrukking dus vandaar dat ze deze ter gehore brengt¡

Blijkbaar hadden de zeegoden haar ongewone gefladder opgemerkt of één van hen had haar kreten van verontwaardiging of haar alarmroep gehoord. Dan maar in de halve storm vertrekken dacht de paradysfugel. De wind stond al een tijdje in de gunstige richting, een goddelijke bries die het startsein gaf, was van korte duur. Het was alsof de wind even aantrok, het was alsof ze jaknikte, met haar ogen een goedkeuring gaf. De paradysfugel had het subtiele signaal opgemerkt en wist dat het zover was.Echter, velen van ons, merken vandaag de dag deze subtiele natuurlijke momenten vaak niet (meer) op. Maar, wanneer je de wetten van het universum kent en in lijn met haar stelsel leeft, herken je haar taal en kun je met haar communiceren. Een glimlach verschijnt. Het is alsof je een boek hebt uitgelezen en het volgende je tegemoet komt met een titel die meteen je interesse trekt zodat je eigenlijk meteen wilt beginnen met lezen.

Er waren meer die zich gereedmaakten om de noordelijke kant op te gaan. De leeuw brulde al tijden dat hij er klaar voor was en zei dat hij puur en alleen op de paradysfugel aan het wachten was. Waarop de Paradysfugel antwoordde: Leeuw, als je niet kunt wachten, dan ga je toch vast? Ik haal je wel in door de lucht¡¡ Maar dat antwoord wilde de leeuw niet horen en hij brulde nog iets onverstaanbaars.

Woensdag 16 september, el gran día..... In de ochtend werd afscheid genomen van de oude haven, de paradysfugel bedankte haar o zo geliefde paradijs en ze vertrouwde haar toe dat er een dag zou zijn dat ze zou terugkeren.In het begin van de middag was het dan eindelijk zover: de reis ging beginnen¡ Ondertussen stormde het rustig voort, dat wil zeggen, de leeuw brulde bijna onafgebroken tot aan het moment dat ze elkaar ontmoeten op het busstation. De start van een avontuur zonder eind......

De eerste etappe was met het openbaar vervoer, van Valparaiso naar de kruising van de snelweg (Ruta 5) met de binnenlandse weg naar La Ligua, een rit in een streekbus van dik anderhalf uur. Dit stuk was bekend terrein want al eerder, meerdere malen, had de paradysfugel deze route al verkend. Daarna liften op de snelweg met alle bagage: twee grote rugzakken, een tent en nog een kleine rugzak.

Het was frisjes en het duurde bijna twee uur voordat een oudere man in een wijnrode pickup-truck stopte en vroeg waar de twee naar toe wilden. Richting La Serena, waarop de man antwoordde dat hij naar Los Vilos ging. Dat was een eind de goede richting op¡

De oudere man bleek een rustige man en hij praatte zoals mensen die tijd hebben: met rust tussen de woorden op een gematigde en subtiel vrolijke toon. Echter, zijn stijl van autorijden kon de paradysfugel niet kwalificeren als rustig of sereen, hetgeen de teller bijna constant 140 km aangaf. Ach wat geeft het, dacht de paradysfugel, dan schieten we mooi op en kunnen vandaag nog op de plaats van bestemming komen. Zoals vroeger thuis op het Lemster-nest altijd al werd gezegd: wat eerder hier, is wat eerder daar¡

Vlak voor dat Los Vilos werd bereikt, kreeg de oude man een telefoontje van z'n vrouw die hem meedeelde dat er een zware aardbeving had plaatsgevonden in de regio. Ze wist niet de kracht maar uit het tweede telefoontje even later, bleek dat het eentje was geweest die de hoogte van 8,4 op de schaal van Richter had bereikt. Een zeer zware jongen dus die we door het gerace over de snelweg niet eens hadden opgemerkt¡

Dit voorval, dit scenario op de dag van vertrek, deze optie daar had de paradysfugel niet bij stil gestaan. Het idee was om vruchtbare oorden te ontdekken en juist niet om in een rampgebied terecht te komen..... Echter, op het moment van verwittigen, wist niemand nog welke omvang de schade van de beving had veroorzaakt, daarvoor zouden we eerst bij de volgende tussenstop moeten aankomen.

Nauwelijks hadden ze een voet gezet op de bodem van Los Vilos en de oude man hartelijk bedankt en uitgewuifd, of de aarde begon opnieuw hevig te schudden. Het was alsof de paradysfugel op een surfboard stond met onder zich de voortbewegende golven. De leeuw pakte haar vast om haar te beschermen en sprak enkele kalmerende woorden. Dankje, zei de paradysfugel, met een glimlach van een oude wijze op haar gezicht. Ze was namelijk volledig in haar element om het gebeuren van moeder natuur te observeren en te doorvoelen. Voor haar zijn deze momenten juist de tijdstippen om een diepere spirituele laag aan te boren, een rotsvastigheid van vertrouwen en respect naar buiten en naar binnen te laten vloeien. Het is om het contact tussen het individu en de aarde te versterken. Het is de intensiteit die je het gevoel geeft dat je leeft en daarvoor is een dankwoord of enkele woorden die respect betuigen een soort vanzelfsprekendheid.

Gestrand in Los Vilos, zo leek het op het eerste moment. De stroom was uitgevallen, een tsunami-alarm was afgekondigd voor de gehele kust van vierde en vijfde regio en de onzekerheid hing in de lucht of er verder gereisd zou kunnen worden want er gingen geruchten dat de snelweg in noordelijke richting geblokkeerd zou zijn. En daarbij kwam dat er haast geen voertuigen langskwamen die de weg die kant op vervolgden.

De paradysfugel liet het allemaal gebeuren want ze wist dat ze toch niets aan de situatie kon veranderen. Echter, had ze het gevoel van binnen dat Los Vilos niet de plaats van het eerste tentenkamp zou zijn. Ze wist bijna zeker dat de reis vervolgd zou worden. Het was inmiddels al na negen uur s avonds maar het was redelijk aangenaam wat het wachten vergemakkelijkte. Mensen communiceerden, er werd radio geluisterd om te horen of de snelweg daadwerkelijk deels was afgesloten of niet.

De leeuw werd ongedurig en ging op onderzoek uit, op zoek naar meer informatie en zag plotseling dat een bekende leider van een Chileense band genaamd 'Sol y Lluvia' (vert. zon en regen) zich onder de mensen bevond. Dat vond de leeuw natuurlijk interessant en hij raakte al snel aan de praat waarop even later het moment verwittigd moest worden in de vorm van een foto waar ook de paradysfugel op moest verschijnen. Na de vereeuwiging liet de paradysfugel de conversatie voor wat het was en ging rustig op een bankje zitten om het schouwspel van afstand te observeren en tegelijkertijd een oogje in het zeil houden op de bagage.

Geleidelijk kwam het verkeer weer een beetje op gang, er gingen zo nu en dan voertuigen richting Noord. De leeuw en de paradysfugel maakten zich klaar en installeerden zich aan de overkant van de weg om het geluk te beproeven. Er ging een kwartier tot half uur voorbij en er gebeurde niet veel. Tot op het moment dat iemand riep: Gaan jullie mee? Onze bus vertrekt zo¡ De paradysfugel keek vragend de leeuw aan: Bedoelen ze ons?? Waarop de leeuw op hetzelfde ogenblik beiden beantwoordde: Ja, we komen eraan¡¡

De reis werd vervolgd¡ De eerste twee zitplaatsen gelijk achter de chauffeur van de bus met de gehele band Sol y Lluvia, – bestaand uit ongeveer tien personen - was wat het universum voor ons in gedachten had¡ VIP-plaatsen voor de leeuw en de paradysfugel¡ Wat een avontuur, wat een gekheid, wat geweldig, wat is het leven toch schitterend en wat heeft het soms prachtige onverwachte cadeaus voor je in petto¡ Dacht de paradysfugel en ze voelde zich erg bevoorrecht dit te mogen meemaken. Achterin werd wat gegrapt en soms her en der een zin gezongen wat goed voor de stemming was. De bus vorderde gestaag. Vele malen moest haar snelheid gematigd worden voor afgebroken rotsblokken en steengruis wat de op de rechterweghelft was terechtgekomen, waardoor de bus naar de linkerhelft uitweek. Waar we passeerden, waren deze plekken al gemarkeerd door de snelwegpatrouille of de politie.

Het was al laat, na twaalven, er werd wat gedut. De bus minderde opnieuw vaart, nu iets abrupter. Dit deel van het traject was blijkbaar nog niet geïnspecteerd door de instanties want de gevallen stenen lagen ongemarkeerd her en der over de vooral rechterkant van de weg verspreid. Soms waren de stukken rots zo groot als een kleine salon- of bijzettafel maar vooralsnog kon de reis worden voortgezet hetzij met gematigde snelheid want dit deel was nogal getroffen door vallend gesteente. Gestaag reed de bus verder de duisternis in. Dit deel van Chili, de vierde regio, staat bekend om haar schone luchten en alsmede het zicht op een prachtige sterrenhemel. De regio is dun bevolkt waardoor grote delen niet verlicht zijn. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de grootste telescopen ter wereld die het oog hebben gericht op het universum, zich in het binnenland in één van de valleien van deze streek bevinden.

De paradysfugel dutte opnieuw in, het was tot nu toe al een lange en enerverende dag geweest. En ze wist uit ervaring dat áls ze al zouden aankomen in het kleine dorpje Totoralillo, er in ieder geval minstens een dikke kilometer moest worden afgelegd met alle bepakking op de rug, er nog een tent moest worden opgezet en ingericht.

De bus remde opnieuw, dit keer niet zo abrupt. In de verte verschenen rode lichten, lichten van stilstaand verkeer zo bleek. Het leek op een file maar omdat er weinig verkeer op de weg was, kon dat het niet zijn. Er deed zich een gerucht de ronde dat er één brug over een uitloper van een vallei was die schade had opgelopen en waarvan niemand wist of deze afgesloten zou zijn of niet. Ja, de bus stond in de wacht voor deze desbetreffende passage en al gauw bleek dat het verkeer deze hindernis kon nemen, zij het met zeer aangepaste snelheid. Net voor het oprijden van het brugdek was de kracht van de aardbeving waar te nemen in het hoogteverschil wat het had veroorzaakt tussen de verschillende brugdelen. Ten minste 40 cm verschil was er ontstaan om het overspannende brugdek te kunnen oprijden. Grappen werden gemaakt dat dit de laatste seconden waren in deze wereld want we zouden met brug en al naar beneden storten en in het gapende gat verdwijnen. Ergens achterin de bus hield iemand nog een schietgebedje. Toen de bus de overkant bereikte en dus zich weer op 'vaste' bodem bevond, ging gejuich op en werd er luid geapplaudisseerd, we hadden het overleefd¡

Vanaf deze brug, el puente Teniente, was het niet zo ver meer naar de eindbestemming. Om ongeveer half drie in de morgen hield de bus halt bij de afslag Totoralillo, een kilometer of 20 verwijderd van de stad Coquimbo, hoofdstad en naam van deze regio. Totoralillo zou de eindbestemming zijn voor deze eerste dag. In het pikkedonker maar onder een ontzagwekkende koepel van sterren, liepen de leeuw en de paradysfugel het talud af naar beneden. Onder de snelweg door de stilte in, met een heerlijk aangename temperatuur en vergezeld van een adembenemende stilte. Wauw, dacht de paradysfugel, alweer zo een intiem moment met de natuurlijke elementen, wat is de immense donkere leegte toch mooi, hoe kunnen we dat als mens-zijnde toch soms vergeten? Hoe kan het zijn dat we ons in de huidige maatschappijen zo laten opslurpen, dat we onze eigen kracht weggeven, we niet meer dit prachtige, ontastbare weten te waarderen én te respecteren?¡ Hoe komt het dat velen van ons zich niet meer op één of andere manier verbonden voelen? Dit hield haar een tijdje bezig en ze bedacht zich opeens dat het juist misschien wel haar taak was om dit thema in haar zangrepetoir op te nemen om zo deze mooie harmonieuze melodieën op een aanstekelijke manier ter gehore te brengen zodat het zich als een soort virus zou verspreiden en de hele wereld zou veroveren. Deze paradysfugel is namelijk een voorvechtster voor een betere wereld, eentje met minder geweld, meer naastenliefde en compassie. Want we stammen allemaal af van dezelfde bron en voor ons allemaal is de aarde, deze planeet, onze woning, onze tempel en onze habitat. Ze zoekt dan ook geallieerden, ze zoekt soldaten en lichtmeesters om de krachten te kunnen bundelen en zo de jongere generatie op hun krachten te wijzen want zij zullen onze toekomstige strijders zijn om de mensheid van haar eigen ondergang te redden.

Enfin, de eerste huizen onderscheidden zich in de korte verte, zo ver er iets in het vizier te zien was. Nu was het niet ver meer en even verderop klonk muziek en was er een kampvuur. Daar stonden een man of tien, misschien waren het er iets meer. Het bleken de vissers te zijn van de betreffende visafslag van het dorp. Dit was de veilige hoogte want het tsunami-gevaar was nog niet geweken en de motor-politie kwam daardoor ook regelmatig langs om te controleren of er toch geen personen afdaalden naar de waterkant.

De leeuw liep op hen af om te vragen hoe het dorp de aardbeving had doorstaan en hoe de situatie beneden was. Er was schade zeiden de vissers maar het leek redelijk mee te vallen. Een aantal boten waren beschadigd maar het merendeel van de vissers had de spullen in veiligheid kunnen brengen. Op andere plekken, zoals Tongoy en de stad Coquimbo, hadden de vissers gehoord dat de situatie vele malen ernstiger was, dat de zee ver buiten haar grenzen was getreden en delen van het dorp en de stad had vernietigd.

De leeuw deelde zijn medeleven mee, wenste de vissers sterkte en vroeg naar een plek om de tent voor een nacht te mogen opzetten. Vlakbij, enkele tientallen meters lopen, waren lege en vlakke plekken te vinden waar de tent kon worden opgezet. Het was drie uur in de ochtend, de eerste slaapplek was geïnstalleerd.

Dag één, kampement Totoralillo,..... Wát een dag, wat een belevenissen, alle gekheid op een stokje. Nu kon de paradysfugel eindelijk haar ogen toedoen. Echter, ze wist zeker dat ze in de nacht nog minstens een paar keer zou worden gewekt door moeder aarde..... Een beving met deze kracht komt nooit alleen. Daarna volgen altijd vele en vele naschokken variërend van schaal drie tot en met zes op de schaal van Richter.... Maar de tent stond veilig, op genoeg hoogte en afstand van de kust om zich over dit soort scenario's niet druk te hoeven maken.

Nogmaals, wát een dag en dit was nog maar dag één, dacht de paradysfugel, wat zou dag twee voor me in petto hebben?¡ Met de gedachte hieraan begon het dromen al, ze had inmiddels de slaap al gevat.... Tot morgen, oant moarn, hasta mañana paradysfugel¡

De ParaREISvogel

Komt dat zien, komt dat zien de paradysfugel is weer terug¡¡ Terug van weggeweest en wat brengt ze lekkere frisse vleugen van de wind met zich mee waarin de lentezonnestralen zich mee verbonden hebben¡ Een nieuwe herrijzenis, terug van verre of eigenlijk toch niet?

Het was meer een innerlijke (zoek)tocht, een meditatie, een reis door het lichaam, de herontdekking van de stem en daarmee tevens het zangrepetoir. De veren moesten gerangschikt worden want men had het kompas omgedraaid en dát heeft de paradijsvogel lang bezig gehouden. Ze zag lange tijd niet in hoe deze puzzel op te lossen..... Maanden vlogen voorbij, soms werd er op bepaald vlak een beetje vooruitgang geboekt maar het bleven maar losse eilanden. Totdat op een dag ze eens opkeek tijdens een van haar overpeinzingen. Het was alsof haar ogen werden aangetrokken om in een bepaalde richting te kijken. Ze volgde haar blik en ze kwam tot de ontdekking dat ze recht in de ogen van het boeddhabeeld keek........ Boeddha, de verpersoonlijking van de oosterse wijsheid de geschriften die haar zo aanspreken, oude inheemse beschavingen die al eeuwen de universele wetten hadden weten te ontrafelen.

Opeens werd ze verrast door een vrolijk briesje dat helemaal alleenstaand haar veren streelde en die haar starende blik verbrak. Deze autonome vleugjes die geen deel van de wind uitmaken maar onafhankelijk opereren, brachten de paradijsvogel in opperste staat van concentratie. Even geen gedenk meer, maar voelen, luisteren naar de stilte want deze zachte vlagen zijn die de boodschappen of codes overbrengen..... Ze fluisterde: het oosten in het westen implementeren..... Wie fluisterde er eigenlijk? Vroeg de paradijsvogel zich af. Was ze het zelf geweest of herhaalde ze de woorden wat ze had opgevangen?¡

Het oosten in het westen implementeren, dat was de oplossing, dat was het ontbrekende puzzelstukje wat alles herenigde¡.De boel omdraaien, de dingen eens van de andere kant bekijken. We zijn dan weer uitgekomen bij de wereld op z'n kop of de omgekeerde wereld. De cirkel is rond en of je nu linksom gaat of rechtsom, je komt er via beide kanten.

Echter was het nodig om deze puzzel op te lossen alvorens weer uit te vliegen. Nu de paradijsvogel weet dat het oosten in het westen ligt en het westen in het oosten, kan ze weer overweg met haar kompas, ze kan er weer op vertrouwen want ze heeft eindelijk de gebruiksaanwijzing ontrafeld.

Het is tijd om het kraaiennest hier in mijn piratenstad, want zo kun je gerust deze parel noemen, weer tijdelijk te verlaten. Een dik jaar bijna aaneengesloten na de reis van de magische karavaan in de Atacama regio was ik hier te vinden en is deze vogel ijverig geweest. Het netwerk is onder andere uitgebreid, alsmede de tonen, de kleuren en de vormen. Dit is een warm nest om altijd naar terug te keren, hier wordt mijn schip altijd verwelkomd alvorens ik al ben begonnen met het anker uitgooien.

Deze vogel heeft haar testvlucht inmiddels met vlag en wimpel volbracht. Afgelopen augustus was het eindelijk zover. De vuurdoop, een begin van een nieuw tijdperk, het tijdperk van onderweg zijn. Bepakt en bezakt richting het noorden voor een aantal dagen, het was adembenemend natuurlijk. Puurheid ten top en dit medicijn heeft veel teweeg gebracht, het smaakte naar meer, het is verslavend. En dat komt allemaal door het reisvirus¡

Uitvliegen, de verdere kusten en kunsten verkennen, naar drogere oorden. Vastleggen, aanschouwen, fotograferen, schrijven, mediteren, zonsondergangen bekijken, mensen leren kennen, verhalen aanhoren, inheemse culturen en tradities opsnuiven, hand- en voetmassages geven onderweg, een vleugje reiki, een groet brengen aan de bergen, vuur maken, de immense sterrenhemel aanschouwen, arm in arm met de stilte lopen, de vogels horen fluiten. Dat staat voor de deur en voor de paradijsvogel gaat de tijd soms niet snel genoeg. Nog anderhalve week wachten en dan is het zover, dan begint de reis zonder retourticket. Valparaiso laat de parareisvogel achter haar, ze vliegt richting het noorden, naar Los Vilos, Illapel, Salamanca, La Serena, Coquimbo om te eindigen in Valle del Elqui – Elqui vallei.... Alleen bij de naam Elqui voelt deze vogel zich al prettig en alles in haar tedere lijfje zegt dat deze vallei bijzonder magisch is.

We zullen zien wat het universum in petto heeft en ik kan alleen maar zeggen: Ik ben er helemaal klaar voor¡¡¡¡

Je dromen leven - je leven dromen

Deze zin kwam vandaag in me op en hield me spelenderwijs gedurende een aantal uren bezig. Niet dat dit het enige was waar ik me op focuste, ondertussen draaide de wasmachine, was het mijn buurt om de afwas te doen en zo nu en dan mengde ik me in het gesprek tussen Astrid en haar zoon David. Eerst werd de zin: je dromen leven geboren, pas een uur later kwam je leven dromen. Een mooie woordspeling, en een nog mooier koppel hoe langer ik er over na ging denken en hoe meer beelden van mijn eigen praktijken ik hier aan toevoegde. Beide zinnen zijn wederkering met elkaar verbonden. Het is een symbiose, het ene kan niet zonder het andere. Eerst zul je moeten uitzoeken wat je dromen zijn alvorens ze je kunt beleven. Je zult dus eerst je leven moeten dromen voordat je je dromen kunt leven....En pas toen drong het tot me door...Onbewust heb ik een van mijn dromen waargemaakt, ik (be)leef mijn droom!


Op de dag dat ik met Valparaiso heb kennisgemaakt , werd deze wens geboren. Ooit in mijn leven zou ik een huis willen hebben op een van de heuvels, met een schitterend uitzicht over de Grote Oceaan en de onderliggende stad ......Al die tijd tot nu toe was het nog niet in mij opgekomen dat ik van mijn droom werkelijkheid had gemaakt! Hoe vaak ik wel niet in mijn gedachten mezelfzag zitten op een balkon, op een klapstoeltje lekker in het zonnetje, omringd door allemaal potten met allerlei verschillende soorten cactussen, bromelias en aloe vera. Met een goed boek in mijn handen en een glaasje vers gesperst sap op tafel, zo nu en dan opkijkend van de pagina om de wereld onder mij te aanschouwen en de zachte bries van zee in mijn gezicht te voelen die een glimlach van geluk op mijn gezicht tovert....Voor degenen die de fotos van mijn huis hebben gezien, weten dat mijn huis geen balkon heeft. Maar het is beter om deze zin op een andere manier te formuleren: ik heb nog geen balkon....want dat gaat zeker komen. Is het niet dat Astrid en ik de stoute schoenen aantrekken en wanneer we wat ruimer in de centen zitten een balkon aan het huis hangen, dan is het wel dat ik op een gegeven moment een andere plek zoek waarvan een van de vereisten een balkon of tuin met zicht op zee is. Maar het belangrijkste van dit alles is dat het merendeel van deze droom echter wel al is verwezenlijkt!


Op deze manier, stapje voor stapje je leven vormgeven is heerlijk, ik kan zo genieten van deze reis. Want elke pas vooruit kan ik zo intens beleven. De nieuwe weg die ik meer dan een jaar ben ingeslagen heeft al veel vruchten afgeworpen. Als ik nu terugkijk, de afgelegde weg tot nu toe aftuur, dan wordt ik vervuld met een gevoel van trots. Het eindplaatje, waar de weg uiteindelijk naar toe leidt, is helemaal niet belangrijk. Het is de reis dat ons het geluk brengt. Als alleen de bestemming ons geluk zou geven, zou dat betekenen dat we de hele reis niet hebben beleefd, dat we in feite niet leven, dat we in feite dood zijn. Of anders gezegd: dat het ene moment belangrijker is dan het andere, dat sommige momenten er niet toen.....Alle momenten doen er juist toe, ze zijn alleen anders, ze zijn verschillend, ze zijn uniek. De bestemming is de toekomst, niet het heden. Een doel voor ogen hebben daar is niets mis mee, maar altijd al leven in morgen is het echte leven negeren. Laatst las ik een spreuk, volgens mij van een oosterse wijsgeer, die ik erg mooi vond. Ik weet niet meer precies het citaat maar volgens mij was het zoiets als: Er zijn maar twee dagen in je leven waar je je niet druk over hoeft te maken: gisteren en morgen. En dat is de sleutel, niet met het hoofd in het verleden of de toekomst zitten. Ons hart klopt nu, net als de werking van onze ademhaling. Het hart en de ademhaling herinneren ons eraan dat we nu op dit moment in leven zijn. En dat is mijn nieuwe levensmotto: genieten van elk moment. Of het nu werk is, of dat ik door de stad loop, of dat ik net de bus mis of het moment dat ik mijn huur betaal. Carpe diem, waarom kiezen voor sporadische momenten van geluk als je van elk moment kunt genieten?! En hoe mooi is het ook om nog niet alles te hebben verwezenlijkt, dat je zo nu en dan kunt wegdromen van iets wat er nog niet is, of van wat je nog niet hebt?


Ik ben al aardig op weg vind ik zelf. En hoe heet die weg? Die weg heet Tao...Go with the flow, je laten meevoeren met de stroom in plaats van krampachtig tegen de stroom in te willen zwemmen. Het leven nemen zoals het is en er geen strijd van maken. Een ding tegelijk, geduld hebben, gebeurt het niet vandaag, dan gebeurt het wel morgen. En zo probeer ik te leven, een leven zonder stress, want stress zorgt ervoor dat je niet kunt genieten, dat je met je hoofd ergens anders bent. Dit probeer ik me elke dag voor ogen te houden en het heeft ervoor gezorgd dat mijn leven steeds meer vorm krijgt waar ik me goed bij voel. Ik woon al in de stad waar ik van hou, ik heb een huis met een schitterend uitzicht, het klimaat is heerlijk, ik heb altijd de zee en de bergen om me heen, ik kan naar de zeeleeuwen toe wanneer ik wil, soms zie ik pelikanen vliegen, deze stad huisvest zelfs gieren, valken en haviken, daarnaast zijn er kolibries en zwaluwen bij de vleet. De kleuren van de huizen, de kunst die overal opduikt, kinderen die met hun gekleurde vliegers spelen op de berghellingen, mijn werk wat me op dit moment in mijn leven voldoening geeft, de (reis)verhalen van de hotelgasten, de vrijheid om elke dag zo in te delen op de manier hoe ik dat wil, binnen anderhalf uur en voor 5 euro zit ik midden in de bergen, in de natuur weg van alle drukte en hectiek, ik leef in een cultuur waar delen en vertrouwen hebben in elkaar nog duidelijker aanwezig zijn, waar men de tijd voor je neemt. Dit alles is voor mij onbetaalbaar, dit voedt mijn innerlijke rust en geluk en zorgt ervoor dat ik nog beter in staat ben om de rest van mijn dromen waar te maken. Want dat volkwagenbusje in retrostijl dat komt er, zodat ik de stad kan ontvluchten en op reis kan gaan waarheen ik maar wil!