Het zwarte zand van Bucalemu

Het was alweer dinsdag alvorens de karavaan Pichilemu achter zich liet. Het was de grootste en drukste plaats geweest waar ze hadden neergestreken sinds het verlaten van Valparaíso en het werd tijd om de rust weer op te zoeken. Echter hadden ze tijdens het verblijf hun ogen uitgekeken en zich verbaast over de hoeveelheid mensen die vakantie vierden in dit oord.

Pichi-Lemu betekent 'klein bos' in Mapudungun. De taal van de Mapuche indianen die vandaag de dag deze taal nog steeds spreken in de meer zuidelijke regionen van Chili, rond de stad Temuco. Het is dé indianenstam die zich nooit heeft laten onderdrukken, niet door de Inca's en ook de Spanjaarden kregen ze niet onder het bewind. Tegenwoordig proberen zich vrij te vechten van de kapitalistische samenleving waar we ons allen in meer of mindere mate bevinden en vandaag de dag worden ze als volk gelukkig minder gediscrimineerd dan in het verleden, hoewel de balans nog niet in evenwicht is gebracht. Mapu-che is een samensmelting van de woorden 'Mapu'–'aarde' en 'Che'- wat 'mensen' betekend. 'Gente de la tierra' oftewel: mensen van de aarde.

De route zou gaan van Pichilemu naar Bucalemu, oftewel van het 'kleine' naar het 'grote bos', een rit van ongeveer 36 kilometer langs de kust over heuvelachtig terrein. Het was een mooie dag, ietwat bewolkt en een koel briesje, ideaal fietsweer om deze afstand af te leggen.

De eerste twaalf kilometers waren min of meer vlak en de karavaan vorderde in een lekker tempo. Ook de weg was prachtig en voerde hen door mooie, afwisselende landschappen. Aan de rand van het dorpje Cahuil werd gestopt om bij de uitmonding van een rivier wat te kunnen eten om zo genoeg energie te hebben voor het moeilijkere gedeelte van de route wat hen vanaf dit punt te wachten stond. Het was een mooi uitzicht, zittende onder aan de brug over de rivier, met uitzicht richting de zee. Het was niet echt druk op de oever, er waren wel wat badgasten maar van echte zomerdrukte was al geen sprake meer. Het voorafgaande weekend in Pichilemu was de afsluiting van het zomerseizoen geweest en vele mensen keerden die zondag alweer huiswaarts. En dat vond de paradysfugel helemaal niet erg, integendeel, hoe meer rust hoe beter om zo optimaal van de natuur te kunnen genieten en zich op het schrijven te richten.

Het was fris aan de waterkant, de wind maakte dat het niet aangenaam was om de versnaperingen tot haar te nemen en al gauw besloten de vogel en de leeuw om de reis voort te zetten. Terug de weg op en de brug over, waar de eerste beklimming van de dag op hen lag te wachten. Het was meteen pittig, na de bocht ging de weg redelijk steil omhoog. Gelukkig voor de twee vervolgde de weg zich daarna meer geleidelijk hoewel dat niet betekende dat er vlakke stukken of afdalingen te bekennen waren. De klim had een lengte van ongeveer zes kilometer, daarna werd de route meer glooiend. Op een uitzichtpunt op de kam stopte de paradysfugel om op de leeuw te wachten. Ze kon zich inbeelden dat vanaf dit punt de zee zichtbaar zou zijn op onbewolkte dagen, hetgeen ze die grote watermassa niet kon onderscheiden door de vlagen zeemist die haar kant op kwamen. Het was een mysterieus panorama, die witte flarden die tegen de berghellingen op kropen en zo nu en dan haar een opening schonken om het landschap daar beneden te kunnen aanschouwen. Ze nam wat water tot zich en toen ze naar de weg keek die ze had afgelegd, zag ze dat de leeuw inmiddels boven was gekomen. Ze was blij dat het de leeuw goed af ging, ondanks dat hij de steile stukken lopend aflegde in plaats van op de fiets. Dat kon ook haast niet anders met al dat gewicht op die kar! Vier levensgrote marionetten en een versterker en daarnaast de persoonlijke benodigdheden, maakten dat de ballast een tiental kilo's zwaarder was dan de vracht van de paradysfugel.

De weg werd vervolgd en het ging steeds maar op en neer, echter had de paradysfugel het idee dat het meer omhoog dan naar beneden ging. Dit waren voor de twee de zwaarste type routes die ze konden bedenken. Dit waren elke keer kuitenbijters die hun tanden in hun onderbenen zetten en de karretjes maakten het karwei extra zwaar om boven te komen. De paradysfugel had liever geleidelijke hellingen, dat was makkelijker qua ritme en putte de spieren minder uit. Maar helaas pindakaas, de realiteit was anders. Bijna alle etappes waren tot nu toe van dit soort geweest en volgens de kaarten zou het de komende etappes het er niet vlakker op worden.

Na een wat langere afdaling vervolgde de route zich door een bebost gebied met enorm hoge naaldbomen van een speciaal type waar ze de naam niet van wist. Het was een schitterend aanzicht in de afdaling, die hoge rechte bomen met de weg die dit veld van speldeknoppen doorkruiste. Ze moest van haar intuïtie stoppen om de energie van dit wonder van moeder natuur te kunnen voelen en bewonderen. Daarnaast was het al weer een poos geleden dat ze de leeuw had opgewacht. Hij was al een tijd uit haar blikveld verdwenen en ze wist niet of hij wel genoeg water bij zich had. Ze snoof de verrukkelijke geur van dennenaalden op en ze deed haar ogen dicht. Ze luisterde hoe de wind zich door de hoge toppen bewoog en ze hoorde de ranke maar stevige stammen zachtjes kraken. Het was een goddelijk gevoel, dat serene geluid met dat prachtige beeld wat ze voor zich zag dat op haar netvlies reflecteerde. Dit was een klein stukje paradijs en ze voelde zich innerlijk vervuld om dit moment zo intens te mogen beleven. Even alleen met de natuur, met die heerlijke geur, met het geruststellende gewieg van die enorm hoge bomen die haar notie gaven van hoe klein ze wel niet was tussen deze hoge slanke dennen. Echter, opmerkende hoe miniem haar statuur was in tegenstelling tot deze bomen, was het juist deze bewustwording die haar extra kracht inboezemde. Ze voelde zich zo op haar gemak in dit landschap onder dat groene hoge dak en tussen die hoeveelheid ranke stammen. Ze was één met de natuur, ze maakte deel uit van haar, een druppel water, of de gehele oceaan. Een waarheid die we als mens zou gauw vergeten als we ons laten leiden door onze gedachtegangen of de schijnwaarheden die de wereld waarin we leven ons voorspiegelt.

De leeuw was in aantocht en snel werd een blik geworpen op de karretjes en de tweewielers om te kijken of alles nog in orde was. Besloten werd om voort te maken om op tijd in Bucalemu aan te komen. Inmiddels hadden ze ongeveer vijfentwintig kilometers afgelegd en de twee begonnen de kilometers te voelen in de benen. Het was een zware etappe aan het worden en de afdaling aan het eind van de route was nog niet in het zicht gekomen. Het bleef maar op en neer gaan en steeds regelmatiger werd er een korte pauze ingelast om even te stoppen en bij te komen.

Kilometer dertig naderde, het kon dus niet ver meer zijn wanneer de paradysfugel maar weer eens de hoogste versnelling aansprak om de zoveelste kuitenbijter de baas te worden. De leeuw die achter haar aan de klim bezig was, riep haar toe: 'Kijk mi amor, daar op de linkerhelling, de bus uit de film Into the Wild!! Zullen we stoppen om daar de nacht door te brengen??' Haar innerlijke glimlachte en in een tel overdacht ze de mogelijkheid. Ze beeldde zich in hoe het zou zijn, maar besloot toch maar om door te fietsen. Achteraf gezien had ze gewild dat ze wat meer tijd had genomen voor deze beslissing want het had natuurlijk een mooi avontuur kunnen zijn, een nacht in een bus doorbrengen!

En fin, het moment was alweer deel van het verleden en eindelijk had ze de laatste afdaling naar het dorp in zicht. Daarboven, fietsend over de kam, was het heerlijk zonnig geweest met een aangename temperatuur, hetgeen plotsklaps veranderde in de afdaling. Ze vloog met vliegende vaart de wereld van nevel en kille zeewind binnen en ze wist dat als de afdaling nog lang zou voortschrijden, ze zou moeten stoppen om tenminste een trui aan te trekken om geen kou te vatten. Ze raaste langs 'la pista de emergencia' een uitloper voor zwaar verkeer met remproblemen en na een paar bochten zag ze de vallei beneden voor zich liggen. Vlak voor de brug over een middelgrote rivier kneep ze in de remmen om op haar trouwe metgezel te wachten. Over de brug linksaf lag de weg naar Paredones en rechtsaf was het bord van de bebouwde kom zichtbaar. Het eindstation was bereikt, Bucalemu lag aan de voeten van deze reizigers. De leeuw kwam met een rotgang de helling af suizen en was geheel in z'n nopjes over de afdaling. Het was koud beneden want ze bevonden zich in een landschap met herfstachtige taferelen: koude wind en laaghangende bewolking.

Ze besloten om rap verder te gaan om een plek voor de nacht te vinden. Al gauw kwamen ze langs het dorpsplein, daarna hadden ze de kleine boulevard in zicht met de houten souvenirskraampjes en het dorp eindigde bij de visafslag, gelegen nabij het strand. Het was enorm koud en de trui die ze bij de brug hadden aangetrokken, bleek lang niet genoeg. Ze stopten om een deel van de ballast los te maken om zich beter op het weer te kunnen kleden. De paradysfugel haalde alles uit de kast want de kille gure wind blies dwars door haar heen. Vijf lagen had ze nodig om het weer warm te krijgen en ze besloten om ergens een empanada te eten met een kopje thee om de warmte weer in het lichaam te krijgen. Een kraampje met de naam 'Señora Rossy', bood binnen een paar zitplaatsen waar ze beide na een tijdje wachten een overheerlijke empanada met een kop thee voorgeschoteld kregen. Het was het beste wat ze op dat moment had kunnen wensen en haar lichaam kreeg van binnen uit de temperatuur weer op orde.

Buiten was het klimaat er niet beter op geworden en het werd hoog tijd om onderdak te vinden. Ze passeerden voor de tweede keer de camping die ze hadden gezien en nu was er gelukkig wel iemand te bekennen. Een oudere man, señor Victorino Gómez was eigenaar van het terrein. Na een kleine rondleiding over het terrein stelde hij een prijs voor. De leeuw en de vogel keken en elkaar en zeiden tegen de man dat ze eerst verder zouden kijken. Echter, hoe dichter ze met de fietsen bij de ingang van zijn erf kwamen, hoe lager de prijs werd. De deal werd gesloten: tweeduizend pesos per persoon per nacht en iedereen was tevreden.

De lange dag kwam ten einde, de vogel richtte het kampement in en de leeuw ging op zoek naar brandhout voor het haardvuur om eten te kunnen koken en om de avond wat aangenamer te maken. Een kapot luchtbed werd gevonden wat dienst deed als isolatie onder de tent om de kou buiten te houden. Bij terugkomst had de leeuw naast het hout een buitengewoon aangename verrassing. Een oudere dame had hem een warme grote deken cadeau gedaan, hetgeen kwam als een geschenk uit de hemel want ook al was het nog steeds zomer, de nachten waren her en der kil geweest, vooraal op de overnachtingsplaatsen aan de kust.

Het was al met al toch een zware dag geweest ondanks dat het feit dat het relatief gezien niet een hele lange rit was geweest. Moe maar voldaan werd van het kampvuur genoten terwijl de groentes werden gesneden voor het avondmaal. Een ouder Duits-Servisch echtpaar uit Hamburg reizende in een camper, kwam nog gezellig even buurten en ze nodigden de leeuw en de vogel uit voor het ontbijt bij hen de volgende ochtend (met echte verse koffie, wat een heerlijk vooruitzicht!). Ze hadden in de jaren tachtig als onderwijzer op de Duitse scholen in het zuiden van Chili gewerkt en waren nu als gepensioneerden voor een half jaar op reis en gingen net als de twee zuidwaarts. Toen de paradysfugel vertelde dat ze van de Friese kusten kwam, werd er een band geschapen. Eén van hun kinderen, een dochter, woont en studeert in Leeuwarden en dat maakte dat er nog meer stof was gevonden om het gesprek levend te houden!

De soep was inmiddels klaar en na twee mokken vol was het genoeg geweest voor die dag. Na het luxe bed in vorm van een matras tijdens het verblijf in Pichilemu was het nu weer wennen aan de dunne slaapmatjes in Bucalemu. De grond was vlak en redelijk zacht, daar maakte de vogel zich niet druk over, het was de kou en ze hoopte dat ze de nacht zonder klappertanden zou kunnen doorkomen ook al hadden ze nu een extra deken. Ze raapte de vaat bij elkaar, richtte zich tot de leeuw die het vuur aan het doven was en zei op z'n Chileens: 'voy al sobre' – 'ik ga naar de envelop', of, 'ik ga de envelop in.' Goedenacht! JK

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!